Digitale themavraag – Hoe staat jouw auti-ouder in het leven: star, chaotisch, dwingend, totale radiostilte? En wat betekent dat voor jou?

Kind van Auti

Deze vraag stelden we in oktober 2021 via de nieuwsbrief.
Hieronder de reacties op deze vraag.

Reactie 1

Hoe staat jouw auti-ouder in het leven: star, chaotisch, dwingend, totale radiostilte? En wat betekent dat voor jou?

Mijn ASS moeder staat dwingend in het leven. Dat betekent dat alles op structuur en routine gaat. Ze stemt niet af of ik iets wil. Als ze behoefte heeft om naar een museum te gaan, dan zegt ze dat ze wat met me wil doen en stuurt dan langzaam richting haar idee van een museum. Dat ik het betreffende museum niet zo interessant vindt, doet er eigenlijk niet toe voor haar. Keer op keer komt de vraag dan weer naar boven. Ik ben letterlijk en figuurlijk het voertuig voor de museumtrip. Het gaat eigenlijk nooit over mij, maar alleen over haar eigen behoeften.

De was wordt op een vaste dag gedaan. Het huishoudgeld wordt al jaren tot achter de komma nauwkeurig genoteerd. Boodschappen moeten bij specifieke winkels gekocht worden en van bepaalde merken zijn. Het koken moet op een bepaalde manier gedaan worden, anders vindt ze het niet lekker. En dat schuift ze dan ook niet onder stoelen of banken. Qua sport doet ze al jaren hetzelfde op vaste dagen in dezelfde groep. Afzeggen kan ze wel, als ze het maar van te voren weet. Hetzelfde geldt voor haar vriendengroepen, al jaar en dag hetzelfde.

Het dwangmatige gedrag van mijn moeder zorgt ervoor dat ik heel goed moet opletten of ze niet over mijn grenzen heengaat. Voordat ik het weet val ik in een oud patroon en doe ik toch weer wat zij wil zonder stil te staan bij wat ik eigenlijk wil. Kerst zie ik ieder jaar tegen op. Ieder jaar denk ik: “ik ben er niet, ben op vakantie” en dan zit ik toch weer aan hun kersttafel. Het is een lange weg om echt te doen wat ik wil.

Mijn vader is niet betrokken. Ik beschrijf hem altijd als ‘degene die schitterde door afwezigheid’. Tot voor een aantal jaar geleden heeft hij me nooit of zelden gebeld om te vragen hoe het met me was, zomaar uit zichzelf, of om af te spreken. Dat deed hij alleen als ik in de put zat, lees depressief, dan praatte hij me er weer uit zoals hij het zelf formuleert, omdat mijn moeder daar niks mee kon. Mijn moeder voelt afgunst (zeg je dat zo?) als mijn vader en ik wat samen doen en hij moet het dan een bezuren thuis. Daarom gaat hij ons contact uit de weg, maar dat heb ik nooit geweten. Als ik hem spreek krijg ik allemaal advies en teksten opgestuurd om te lezen, omdat hij denkt dat hij me er een plezier mee doet, me helpt. Maar er zit bijna altijd een ondertoon in dat ik iets anders moet doen, dat ik een andere houding aan moet nemen, etc. Het is eigenlijk nooit goed. Ook hierin is geen afstemming. Ik stem af op waar hij is, hij niet waar ik ben of wat ik prettig vind of aan kan.

Als ik wat vertel aan mijn vader lijkt hij niet aanwezig te zijn. Kan zomaar een hele andere vraag stellen als ik nog aan het vertellen ben. Heeft geen enkel benul wie mijn vrienden zijn, kan ook geen enkele naam onthouden. Het gebrek aan betrokkenheid van mijn vader in de opvoeding heeft ervoor gezorgd dat ik geen ruggengraat had. Die heb ik zelf helemaal van scratch moeten opbouwen na de zoveelste burn-out. Ook het niet opkomen voor mezelf, mijn behoeften volgen is hierdoor niet ontwikkeld. Ik ben onzichtbaar net als mijn vader. Nu nog steeds. Enorme angst om echt te doen wat ik diep van binnen wil, om op te komen voor wat me echt dierbaar is. Zeggen wat ik niet wil, lukt me aardig tegenwoordig, zeggen wat ik wil is nog een ander verhaal. Ongoing project.

Ook kan ik het me niet voorstellen dat een man mij leuk vindt, geïnteresseerd in mij is. En als dat dan gebeurt ben ik als de dood voor het contact. Het is iets wat me overkomt, ik niet in de hand heb, het zijn krachten die veel groter zijn dan ik. En als ik een man leuk vind, zijn het types die geen verbinding aan willen gaan. En dus ben ik het liefste alleen, dat is het rustigste voor mijn ziel, maar treurig vind ik het wel. Ik zou mezelf wat anders gunnen. Soms heb ik het gevoel tussen twee werelden in te leven, je hoort niet thuis in de ene, maar kan ook niet echt leven in die andere. De impact van de niet-betrokken houding van mijn vader op mij is kortom enorm.

PS na het schrijven van deze tekst spontaan een vakantie geboekt met kerst

Reactie 2

Hoe staat jouw auti-ouder in het leven: star, chaotisch, dwingend, totale radiostilte?

Als kind voelde ik me vaak verdrietig en machteloos als ik mezelf was. Als ik mijn eigen kijk op situaties uitte en hierop een heftige afkeurende reactie kreeg van mijn alleenstaande ouder, dan verkrampte ik inwendig.

Het woord ‘star’ komt vaak naar voren als ik over mijn vader spreek. Het leek alsof hij ons gedisciplineerd opvoedde, strenge regels en strenge maatregelen bij niet naleving. Maar zoals ik er als volwassene op terugkijk, was dat een houvast in de chaos.

Als alleenstaande ouder met 3 kinderen, een fulltime baan, overschreed hij regelmatig zijn grenzen. Hierdoor was hij vaak agressief, ook fysiek. Als kind begrijp je niet dat híj de fout in gaat, dat híj zichzelf niet kan beheersen. Je krijgt alleen te horen wat je fout doet en moet daarvan de consequenties letterlijk voelen. Naarmate ik ouder werd begreep ik steeds meer dat zijn reacties op mijn ‘ verkeerde’ gedrag buiten proporties waren.

Ten aanzien van relaties onderhouden, hebben wij als kind niet veel geleerd. Er kwamen weinig mensen bij ons over de vloer. Toen ik de leeftijd kreeg om zelf relaties aan te gaan, werd ik daarin niet begeleid of ondersteund. Er gold een totaal verbod om met jongens om te gaan. Maar ik mocht wel uitgaan. Heel verwarrend en het beperkte mijn ontwikkeling. Ik zette me passief agressief af en hield een deel van mijn leven voor mijn vader verborgen. Als mijn vader iets doorhad, kreeg ik verwijten naar mijn hoofd dat ik een hoer was, dat ik in de goot zou eindigen. Maar een goed gesprek kreeg ik nooit.

Het betekende voor mij dat ik angst voor hem ontwikkelde. Ook al was ik me stoer aan het afzetten, ik was als de dood. Ik kon alleen maar verder als ik een deel van mijn leven voor hem afschermde. Uiteindelijk durfde ik geen relatie aan met de jongens waar ik gewoonlijk mee datete, maar koos voor een veilige haven (een jongen uit een gezin waar ook autisme is).

Het overschrijden van je eigen grenzen is mijn zwakke punt. Ik heb jaren gedacht dat ik er goed aan deed om ook heel hard te werken, veel te sporten, te presteren. Ik had een bewijsdrang. Ik had wel heel goed voor ogen dat ik niet zo wilde worden als mijn vader en dat ik mijn kinderen anders wilde opvoeden. Dat is gelukkig voor een groot deel gelukt. Ik heb therapieën gevolgd en veel aan zelfreflectie gedaan. Maar toch ontdek je altijd achteraf dat je veel meeneemt van je jeugd. Ik heb mijn grenzen regelmatig overschreden waarbij het me wel lukte om mij niet af te reageren op mijn omgeving. Dat resulteerde uiteindelijk in een burn-out.

Ik ben nu 51 jaar en nog veel bezig met de verwerking van mijn jeugd. Ook ik zal hier denk ik een leven lang mee bezig zijn. Contact met mijn vader is er niet. Ik deed niet wat hij voor mij voor ogen had (wat dat dan was, dat wist ik niet) en daardoor heeft hij mij opgegeven. Ik zie nu in dat hij niet anders kan, en er komt ook een schuldgevoel naar boven. Ik kan immers met de kennis die ik nu heb hem helpen om de familierelatie te herstellen, accepteren dat hij deze beperking heeft. Maar er zit nog zoveel emotie bij mij. Ik ben bang dat ik mezelf geweld aandoe als ik de uitdaging aanga om hem te helpen. Gelukkig heb ik een fijn contact met mijn eigen kinderen en een leuk leven. Mijn verleden draag ik met zorg met me mee.

Reactie 3

Hoe staat jouw auti-ouder in het leven: star, chaotisch, dwingend, totale radiostilte? En wat betekent dat voor jou?

Vooral star, dwingend en veeleisend. Zijn visie, zijn mening is de enige juiste. Terugkijkend op mijn leven als kind merk ik dat er veel oordelen en regels in mij zijn gestampt door mijn auti-ouder. Sommige personen of sommige gebeurtenissen zijn in mijn hoofd niet los te zien, puur omdat er zo vaak iets negatiefs over is gezegd.

Of het nu  gaat om een BN’-er (“wat een aandachtstrekker is die zeg, haal die man alsjeblieft van de tv af”) of om mijn houding ten opzichte van een toets (“ook al haalt de rest van de klas een onvoldoende, jij moet gewoon voor die 8 gaan”), overal had mijn auti-ouder een mening over en die mening moest ik ook hebben. Of voldoen aan die standaard. En die standaard, dat keurslijf, dat kreeg je continu te horen. Verhalen werden tientaller keren verteld, dezelfde negatieve oordelen kwamen dagelijks langs.

Eigen input, een ander oogpunt hebben dan wat mijn auti-ouder had, was niet gewenst. Dat werd altijd weggeschoven, dat klopte niet. Ik deed het fout, ik had het niet bij het rechte eind.

Wat mij auti-ouder mooi vond, moest ik ook mooi vinden. Wat ik mooi vond en niet door hem mooi gevonden was, was ook niet mooi.

En dat kreeg je te horen dan ook. Als ik glimmende voetbalschoenen had, was ik uit op aandacht. En dat hoorde niet. Was ik een circusartiest met m’n glimmende schoenen? Had ik dat nou echt nodig, die aandacht op mij vestigen? Terwijl ik de schoenen gewoon mooi vond. En het waren tenslotte toch mijn schoenen.

Later heb ik pas geleerd dat mijn vader dat door zijn (niet-gediagnosticeerde, maar familiair-gezien overduidelijk en behoorlijk flinke) autisme zich niet verplaatste in mijn voorkeuren, in mijn wensen, in mijn ideeen, in mijn gevoel. Maar het heeft me heel veel pijn gedaan en me erg beperkt in mijn ontwikkeling. Alles werd de kop ingedrukt. Stak ik m’n hoofd boven het maaiveld uit, dan werd het gelijk afgekapt.

Ik werd niet gezien zoals ik was, maar zoals ik moest zijn volgens hem. De titel ‘zag je me maar’ van het boek van Paulien Bakker was dus enorm treffend en komt nog regelmatig langs in m’n hoofd.

Tegenwoordig merk ik ook nog de gevolgen van de houding van mijn auti-ouder. In alle relaties (werk, vrienden, romantische relatie) word ik getriggerd als ik voel dat ik niet helemaal geaccepteerd wordt zoals ik ben of me niet vrij voel om mezelf te zijn.

Reactie 4

Hoe staat jouw auti-ouder in het leven: star, chaotisch, dwingend, totale radiostilte? En wat betekent dat voor jou?

Chaos

Toen ik voor het eerst bij lotgenotenbijeenkomsten kwam, was er bij mij niet uitsluitend opluchting. Er was ook verwarring bij het horen van verhalen van anderen. Waar zat de overeenkomst?? Dat mijn moeder autistisch is, daar had ik geen twijfel meer aan, het was ineens overduidelijk. Hoe had ik het al die tijd kunnen missen? Maar toch vond ik weinig herkenning. Mijn moeder is namelijk geen stil, vlak persoon. Ze heeft niet al Jaren dezelfde vrienden, dezelfde hobbies of dezelfde patronen. Ze lag niet depressief op bed. In tegendeel. Ze is chaotisch en verstikt me in haar intensiteit.

Mijn moeder heeft een plaatje in haar hoofd van hoe het sociaal gezien moet zijn en gaat dat plaatje dan gewoon uitvoeren en zij verwacht dat anderen daar met dezelfde overgave en intensiteit in meegaan. Ze knipt met haar vingers naar obers, begint zonder introductie tegen wildvreemden te praten, raakt mensen ongepast aan (porren en duwen op de bovenarm). Bij mij deed ze dat ook, dat porren en duwen om mijn aandacht te trekken. Geen wonder dat ik al mijn hele leven uit balans ben.

Als kind was ik haar barbiepop en hoe zij wilde dat het contact verliep dat dwong ze af. Ik moest mooie kleertjes aan, zoals zij het voor ogen had. Maar die vlechtjes in mijn haar, waar ik om zeurde, omdat een klasgenootje dat ook had, dat lukte haar niet en toen kreeg ze een woede-uitbarsting tegen me en mocht ik er niet meer over beginnen. Strikjes in mijn haar, dat kreeg ik, want dat had zij vroeger ook. Op een gegeven moment was de lol er voor haar af, en vanaf dat moment liep ik er voor schut bij. Ze doet niks wat ze niet zelf verzonnen heeft en kapt er acuut mee als ze ook maar 1x een tegenslag heeft gehad. Dan is het af. Alleen wat zijzelf verzonnen heeft, dat is leuk. Dat zij totaal niet consistent of consequent is in haar eigen gedrag, dat heeft ze niet door. Dat je weken bezig bent met haar ergens van overtuigen en dat ze het dan ineens ter sprake brengt alsof ze het zelf verzonnen heeft, dat heeft ze ook niet in de gaten. Vandaag is het zo, dus is het altijd al zo geweest. Je weet nooit wanneer iets eindelijk eens tot haar doordringt en tot die tijd doet ze haar eigen zin, want zij ziet het punt niet dus ze wil het niet.

Ik heb daardoor geleerd dat ik maar af moet wachten of een ander het wel goed vindt, wat ik wil. Ik heb geleerd dat als de ander een richting in wil slaan, dat dat dan mijn enige optie is. Ik heb geleerd dat ik aan de nukken van de ander overgeleverd ben en dat mensen onvoorspelbaar zijn, dat je er niet op kunt vertrouwen dat als ze A zeggen, dat ze morgen ook A gaan doen. Ik vertrouw niet op woorden, maar ik vertrouw ook niet op gedrag. Ik ben ook bang om als inconsistent gezien te worden door anderen. Ik moet vooral voorspelbaar zijn, ik moet in het plaatje passen. Dat is niet alleen omdat ik niet op mijn moeder wil lijken, het is ook omdat ik het zo geleerd kreeg: mijn moeder was zelf onvoorspelbaar en ze was gekwetst als ik haar niet nam zoals zij was, maar als ik onvoorspelbaar voor haar was, moest ik het ontgelden. Van gedachten mogen veranderen, niet consistent te hoeven zijn ten behoeve van de ander en de ander ook eens vragen om consistent te zijn, zodat het weer in balans is, dat ben ik nu pas aan het leren. Het leven is onleefbaar als jij nooit van gedachten mag veranderen en anderen wel. Het moet beide kanten op kunnen.

Soms heb ik van die herinneringen aan mijn kindertijd die niet precies letterlijk herinneringen zijn, maar toch neerkomen op: Ja, ik weet dat dit gebeurd is. Ik weet dat zij met haar gezicht recht voor het mijne kiekeboe speelde, veel te dichtbij komend totdat ik begon te huilen en dat ze dan dan toch nog doorging. Ze weet niet van ophouden. Ik weet zeker dat ze gedramd heeft om mijn eerste woordje: “zeg eens mama, zeg eens mama, zeg eens mama”. Ik herinner me namelijk ook hoe ik in het winkelwagentje zat en bij het krijgen van een stukje worst bij de slager onder haar spervuur kwam te liggen: “wat zeg je dan, wat zeg je dan, wat zeg je dan?”. Mijn moeder is een “in your face”-autist. Ze komt veel en veel te dichtbij. Ik herinner me de ongemakkelijke blik van de slager toen ik paniekerig keek. Wat moest ik nu weer doen? De slager zei toen schoorvoetend “Eum, je zegt dan dankjewel”. Oh. Dankjewel.

Mijn moeder heeft twee gezichten. Ze heeft als verdedigingsmechanisme dat alles leuk moet zijn. Als zij heeft vastgesteld dat iets leuk is, dan blijft ze het door je strot duwen. Als je iets vertelt wat niet leuk is, dan moet ze zo snel mogelijk iets opbeurends of relativerends er tegenaan gooien. Gaat het niet goed, dan moet het toch goed gaan. Is iets niet leuk, ach we hebben allemaal wel wat. Ik heb dus helemaal niks aan haar als het om steun in het leven aankomt. Als ik met haar afspreek, krijg ik een buslading oppervlakkig “Leuk” over me heen. Cadeautjes, foto’s van de hond, verhaaltjes van leuk, allerlei dingen die ze nu weer ondernomen heeft. Doodvermoeiend, want als ik niet reageer zoals zij wil, dan vertrekt haar gezicht tot een grimas, dezelfde hatelijke blik die ze op haar gezicht toonde wanneer het vroeger niet ging zoals zij in haar sprookjeswereld voor zich zag en ze me als kind begon te slaan, aan mijn haren of oren trok of me kneep. Het moet en zal Leuk!

Ik heb geleerd dat als het niet het “juiste” leuk is, ik slaag krijg, maar als het wel het juiste leuk is dat mijn moeder dan mee wil doen. Ga ik zingen, dan zij ook. Ga ik schilderen, dan zij ook. Neem ik een huisdier, dan zij ook. Als een verslaafde die haar fix komt halen, komt ze dan baden in mijn “Leuk”. Ze kijkt erbij alsof ze een heroine shot gehad heeft, ze glundert en geniet. Nou, dan is leuk dus niet leuk. Die bezoedeling, daar ben ik nog niet vanaf. Tegenwoordig houd ik mijn hobbies geheim voor haar. Dat is de enige manier waarop ze van mij blijven.

Mijn moeder verdraagt het niet dat ze niet gezellig mee kan praten. Ze breekt dan in met een ander onderwerp. Omdat ze na twee zinnen niks diepgaanders meer weet, springt ze voortdurend van de hak op de tak. Er is aan gesprekken met mijn moeder geen touw vast te knopen. Ik heb haar eens, na een vermoeiende middag winkelen, gezegd “Ma, nu wil ik even in stilte lopen, ik ben moe.” Nog geen tien seconden later stompte ze me herhaaldelijk op mijn arm, zoals ze altijd doet als ze mijn aandacht moet hebben, en zei ze wijzend naar links “Je-hoeft-niet-te-reageren-hoor-maar-hier-heb-ik-vroeger-gewerkt.” Mijn moeder heeft ADHD en borderline symptomen er bovenop, maar bovenal heeft ze geen antenne waarmee ze voelt dat ze grenzen over gaat. Je weet nooit waar ze nu weer mee komt. En dat is dan gek genoeg de enige constante. Ik was al overspannen toen ik drie was. Ik ben onder die zandstorm bedolven geraakt als kind en ben mezelf er nu, 30+ jaar later, nog steeds onderuit aan het graven. Ik moest reageren op haar, zij moest respons krijgen want het nonverbale ziet ze niet. Dat ben ik als kind gaan doen, ik ben eerder gaan praten dan ik aan toe was, ik ben mijn emoties gaan uitvergroten zodat zij ze zag, ik ben meegegaan in haar Leuk en heb haar ontzien waar ze het niet kon. Maar eigenlijk wil ik gewoon stil zijn. Ik wil niet meer hoeven antwoorden. Ik heb behoefte aan stil en rust.

Een SMS. Of ik voor mijn verjaardag naar haar toekom, gevolgd door een “Fijn weekend” en een kusje waar ik ook een fijn weekend en een kusje op terug moet sturen. Ik wordt al misselijk bij het idee. Shellshocked, dat is hoe ik me na elk bezoek voel. Alsof er een granaat is afgegaan. Ik heb het bericht anderhalve week laten liggen en elke keer als ik eraan denk, word ik misselijk en moe. Ik kan het niet meer opbrengen. Er is gaandeweg een verandering in mij opgetreden. Ik wil niet meer. Ik ben moe. Ik ben op. En ik heb daar eens een keer recht op. Op moe zijn, op niet meer willen.

Ik wil gewoon met rust gelaten worden. Vergat ze maar dat ik bestond, dan hoefde ik niet meer mee te doen in het sprookje van Leuk, maar kon ik gewoon mezelf zijn. Ik heb geen zin meer om op te komen draven zodat zij een lekker warm gevoel krijgt van binnen en ik daarna weer drie dagen onderuit ga. Ik trek het niet meer.

Had ik maar een koelkastmoeder.

Reactie 5

Toen ik de woorden van de themavraag las, dacht ik; ik herken eigenlijk alle voorbeelden – wat fijn dat deze woorden er aan gegeven kunnen worden. Mijn broer is gediagnosticeerd met Asperger toen hij 14 was (en ik 11), en van mijn moeder weet ik dankzij therapie sinds twee jaar dat ook zij hoogstwaarschijnlijk autisme heeft. Ik heb mezelf er altijd ervan overtuigd dat mijn moeder ‘een beetje apart/moeilijk’ was, als soort beschermingsmechanisme. Onderhuids zorgde het autisme van mijn moeder er echter voor dat ik me als dochter niet de moeite waard voelde, niet gezien voelde en een zeer laag en onrealistisch zelfbeeld ontwikkelde. Met daarbij het idee dat er iets mis met mij was, in plaats van met dynamieken in ons gezin.

Mijn moeder (en broer) kunnen heel star zijn, vooral in hun opvattingen. Dit uit zich in het typische zwart-wit denken of traditionele opvattingen, maar ook in hoe zij mij zien. Ik had vroeger als kind heimwee, dus het feit dat ik vanaf mijn 23e reislustig werd en me vrij en zelfverzekerd genoeg voelde om (letterlijk) de wijde wereld in te trekken, was daarmee niet te rijmen. Ik kreeg zelfs verwijten vanuit mijn moeder dat zij en mijn vader vroeger nooit een avondje weg konden dankzij mij, maar dat ik nu wel ‘opeens’ heel de wereld af wilde reizen. Ook het feit dat ik na een relatiebreuk van 7,5 jaar het uiteindelijk heel erg fijn vond om vrijgezel te zijn, kon mijn moeder maar niet begrijpen. Telkens kreeg ik te horen: we hopen zo dat je weer een ‘vriendje’ krijgt, dat is je gegund. Ze had (lief bedoeld) heel veel medelijden met me en stimuleerde me altijd heel impliciet om het ‘te proberen’ met een jongen waarmee ik aan het daten was. Ik wilde graag open vertellen over mijn leven als single, maar elke keer opnieuw merkte ik dat mijn moeder daar totaal niet mee overweg kon en ze haar conclusies toch al getrokken had. Ik kon praten als brugman dat ik me nog nooit in mijn leven zo gelukkig had gevoeld als toen, maar ik praatte tegen een muur.

Dwingend zijn herken ik ook sterk. Sowieso begint mijn moeder (al weet ze inmiddels steeds beter dat ze dat bij mij niet meer hoeft te proberen) bijna al haar zinnen met ‘Je moet…’. De ‘adviezen’ die ze dan oplegt zijn vaak zo niét afgestemd op mijn verhaal of probleem, dat ik er al jaren niet meer naar luister. Ik vind het ergens heel erg, maar ik heb geleerd om me volledig af te sluiten van mijn moeder als ze weer op de praatstoel zit. Daarnaast kan ik nu nog buikpijn krijgen wanneer ik voel dat de toon in ons gezin omslaat omdat situatie(s) niet lopen zoals mijn broer of moeder het willen. Ik weet eigenlijk niet waar ik precies bang voor ben, maar ik raak meteen in een alerte stand en word erg zenuwachtig. Ik krijg dan een naar onderbuikgevoel dat ik maar al te goed herken van vroeger. Ik weet wel dat mijn broer en ik vaker aanvaringen hebben gehad waarin wanneer hij de situatie niet meer onder controle had, mij uit woede tegen de muur drukte, me zeer kwetsend uitschold, of bedreigend tegen me aan stond om zijn fysieke macht te laten zien. Nog geen uur later liep hij dan fluitend door huis terwijl ik nog na zat te bibberen op mijn kamer. Mijn ouders deden daar nooit wat mee, uit pure onmacht. Mijn moeder is ook vaak in de ‘negeerstand’ geschoten wanneer ik haar dominantie niet beantwoorde of een grote mond terug had. Ik heb als kind en ook als jongvolwassene vaak als een soort kameleon om mijn gezinsleden heen bewogen om te zorgen dat situaties niet zouden escaleren. Of ik maakte mijn eigen gevoel klein en loste het zelf wel op als ik op mijn kamer zat.  Helaas was die rol mij ‘op het lijf’ geschreven. Nu ik dit steeds minder doe, en bewust afstand genomen heb van die rol, zie en voel ik steeds meer de onmacht die zij hebben en het feit dat er gewoon een duidelijke ‘error’ ontstaat, waar vervolgens nooit meer over gesproken wordt.

Chaotisch gedrag vertonen mijn moeder en broer ook beiden. Het is geen chaotisch gedrag wat je verwacht bij iemand die heel erg enthousiast is of bijvoorbeeld ADHD heeft. Het verschil zit ‘m in het niet afstemmen op de ander en niet aanvoelen dat een ander niet luistert of oplet. Wanneer ik langer dan een uur met mijn moeder ben dan begint mijn hoofd al te tollen en word ik doodmoe. Mijn moeder en broer praten heel veel, maar zeggen eigenlijk vrijwel niks – en het is vooral zenden maar niet reageren. Het is erg vermoeiend om naar te luisteren, omdat het zo enkelzijdig en oppervlakkig is. Bijna alle gesprekken gaan over prestaties, over ‘mensen die we kennen’, of ervaringen die mijn moeder deelt uit haar werkverleden. Ik test soms wel eens uit wat er gebeurt als ik tijdens een gesprek met mijn moeder wegkijk of wegloop, maar er gebeurt niks – ze blijft maar praten en loopt me zelfs achterna. Soms zelfs tot aan de WC deur als ik de gang op loop. Als ze vragen stellen, voel ik aan alles dat het gekunsteld is en dat er niet écht naar het antwoord geluisterd wordt. Het voelt vaak alsof mijn moeder een lijstje afwerkt: check: werk, check: gezondheid, check: andere ‘problemen’ die er zijn; ‘we zijn weer op de hoogte, dan weet ik als moeder weer hoe het met mijn dochter gaat’. En dan gaat het chaotische geratel weer door. Maar ook het leven is één en al chaos; afspraken maken is ontzettend uitdagend, mijn moeder is vaak van alles kwijt (sleutels, dure sieraden, een gadget) en raakt dan volledig in paniek. Iedereen moet dan meteen in de aan-stand om mee te helpen zoeken en ze raakt er zelf maar niet over uitgepraat. Ook niet wanneer ze iets teruggevonden heeft overigens.

Totale radiostilte. Dit laatste herkenningspunt vond ik heel interessant. De houding van mijn moeder naar mij is tijdens coronatijd veranderd van dwingend (ervan uit gaan dat ik elke 2 weken langs kom net zoals vroeger, heel veel en vaak aangeven hoe ik iets ‘moet’ doen, als ik niet snel genoeg reageerde heel veel vraagtekens sturen via Whatsapp) naar regelmatig totale radiostilte. Ik heb dat laatste als een sterke opluchting ervaren, maar het doet natuurlijk ook pijn. Het besef dat wanneer ik mij ergens uit terugtrek, er weinig tot niets lijkt te gebeuren vanuit haar kant voelde bevestigend maar ook heftig. Mijn broer sprak ik al nauwelijks, dus dat is niet veranderd. Enkel wanneer hij iets nodig heeft, relatieproblemen heeft, of iets moet regelen (kerstcadeau oid), belt hij me. Zijn toon doet dan vermoeden alsof we de beste broer-zus band hebben die er bestaat, iets dat bij mij nog steeds tot verwarring leidt. Het voelt absoluut raar en ik voel me dan als de persoon die niet vriendelijk, raar of chagrijnig reageert. Maar het lukt me simpelweg niet om mee te gaan in iets wat in mijn ogen een toneelspel is. Het is totaal niet afgestemd op onze band, die eigenlijk bijna volledig afwezig is. Dit geldt ook voor hoe mijn moeder mij benadert; of ik haar nu weken of maanden niet heb gezien, er verandert nauwelijks iets in het contact.