Digitale themavraag april 2024: Wat is jouw herstelverhaal?

Kind van Auti

Dit was het thema van april 2024
Hieronder de reactie op dit thema.

Van gevoelens hebben naar gevoelens uiten en daar ook naar handelen 

Ik ben opgegroeid in een gezin waarin gevoelens er niet toe deden. Niemand was geïnteresseerd in hoe je je voelde en je moest er vooral niet over zeuren. Aanraken gebeurde hooguit functioneel. Knuffelen, troosten of een aai over je bol gebeurde nooit.

Voor mij als kind was dat normaal. Bij mijn grootouders van beide kanten ging het ook zo.

Eenmaal als student op kamers, ging er een nieuwe wereld voor me open: gevoelens bleken er wèl toe te doen en het uiten daarvan bleek normaal.

Ik kreeg een vriend die juist zijn gedachten achter slot had gezet en volledig vanuit zijn gevoel leefde. Het hield mij een spiegel voor (al ging het met hem dus ook niet goed en overleed hij veel te vroeg). Schoorvoetend werd ik vrijer.

Op een dag voelde ik een torenhoge spanning als nooit tevoren en mijn ademhaling begon te variëren van heel diep naar niks en weer terug. Ik had geen idee wat het was, maar voelde wel dat ik dit toe moest laten wilde ik niet kapot gaan. Na afloop voelde ik me opgelucht, zoals je je na een huilbui opgelucht kunt voelen. Het gebeurde daarna vaker dat mijn lichaam het roer ineens overnam: soms zat ik dan te grommen, of te klappertanden, of iemand van me af te trappen of nog wat anders. Wat was dit? Geleidelijk kreeg ik er beelden bij: het was gericht tegen mijn moeder!

Ik woonde een lezing bij van prof. Bastiaans. Hij gaf LSD aan kampslachtoffers en liet hen dingen herbeleven. In de beelden die hij vertoonde herkende ik mezelf. Jemig. Kampsyndroom.  Mijn moeder de beul!?  Jezus!

De woede die naar buiten kwam werd ondertussen zo heftig dat ik niet meer naar huis durfde. Kon ik nog instaan voor mezelf?

En hoe kon dat nou, mijn ouders zagen zichzelf als oprecht toegewijd (en daar was ik ook van overtuigd). Maar toch: het was heel fout geweest, ook al hadden ze het goed bedoeld. Dat ze dat niet konden begrijpen maakte het niet gemakkelijk, maar ik bleef trouw aan mezelf en ging jaren niet naar huis. Ik kwam tot het inzicht dat ik als kind met een pokerface was gaan leven: wat er in me omging liet ik mooi niet zien. En wat er nu af en toe naar buiten brak, was nou juist wat ik had weggedrukt: de fysieke uiting van die emoties. Ik  besloot het de ruimte te geven, mits de situatie het toeliet (niet op mijn werk bv). In dat geval onderdrukte ik het, – daar was ik immers van jongs af aan in getraind. Maar in tegenstelling tot vroeger stopte ik het niet diep weg. Ik parkeerde het als het ware “in het voorportaal” van mijn brein zodat ik het weer tevoorschijn kon halen zodra de situatie zich er wel voor leende.

Pas toen mijn moeder was overleden durfde ik te trouwen en kinderen te krijgen. Alleen: ik besefte dat ik wel wist hoe het niet moest, maar niet hoe dan wel. We draaiden de rollen om: ik werd kostwinner en leerde van mijn man om met kinderen om te gaan.

Mijn man was nieuw in Nederland en dus hielp ik hem met van alles. Maar hij bleef afhankelijk en pakte de regie alsmaar niet zelf. Hij deed ook geen moeite om mij te begrijpen en daar schikte ik me maar in. Ik was dat van huis uit immers gewend. Tenslotte bleek hij gokverslaafd en probeerde ik hem te steunen om af te kicken (weer die rol van helper). Vergeefs. Ik zocht steun bij de AGOG (een soort AA voor gokkers) en daar leerde ik dat ik niet verantwoordelijk ben voor de keuzes van een ander. Dat het enige wat ik kan doen is om trouw te blijven aan mijn eigen grenzen.

Het liep uit op een scheiding en dat is de moeilijkste beslissing van mijn leven geweest. Ik had geen idee hoe het allemaal moest: in mijn eentje de zorg voor 3 schoolgaande kinderen, een onregelmatige baan (verpleging) en een huishouden. Maar ik wist zeker dat ik niet met hem verder wilde. Het was een sprong in het diepe en dwong me om vertrouwen te hebben in het leven. Mijn ex liet het op alle fronten afweten: geen bezoekregeling, geen alimentatie, ik draaide overal voor op.

Na 3 jaar had ik een torenhoge hartslag als gevolg van uitputting. Ik raakte ziek thuis en ging begrijpen dat mijn hart inmiddels gemarineerd was in adrenaline. Zodra ik er “een schepje bovenop” wilde doen sloeg het op hol. Mijn lichaam gaf me zo feedback, maar hoe moest ik dat rooien met al die verantwoordelijkheden op mijn bord? Ik heb toen geleerd om de dingen pas te doen als ik er zin in had en er op te vertrouwen dat die zin heus wel op tijd komt. Soms moet iets beslist nu ook al heb ik er op dat moment geen zin in, maar dat is echt maar heel zelden.

Het gaf me ruimte toen de kinderen eenmaal op zichzelf waren gaan wonen. Ik kon mijn aandacht vaker naar binnen richten en dat versnelde het herstelproces waar ik nog steeds mee bezig was. Ik herkende beter wanneer dat nodig was en nam er dan de tijd voor. Ik zag dat niet langer als verspilde tijd, maar juist als een investering in mezelf.

Ondertussen had ik een leidinggevende die klakkeloos ging voor haar carrière ten koste van het team en ten koste van de patiënten. Ik ben toen zo vroeg mogelijk met pensioen vertrokken, ook al was dat financieel minder gunstig. Wat een zegen is dat geweest! Eindelijk vrij om mijn tijd en energie te besteden aan dingen waar ik zelf warm voor loop! Ik merk ook dat ik nu makkelijker vrienden maak. We lopen immers al warm voor dezelfde dingen.

Mijn vader overleed en ik besefte dat mijn autistische broer nu alleen op mij en mijn zus kon terugvallen als hij iemand nodig had. Tot dan toe had ik het contact met hem zoveel mogelijk vermeden, want hij was niet eenvoudig in de omgang. Het was tijd om me eens meer in te verdiepen in dat autisme. Tijdens deze zoektocht ontdekte ik dat niet alleen mijn broer, maar ook mijn beide ouders, mijn grootouders en nog wel meer familieleden waarschijnlijk autistisch waren. Ik was dus opgegroeid tussen autisten. Ik ging op zoek naar lotgenotencontact. Bij het gokprobleem van mijn ex had ik daar immers ook veel aan gehad.

Ik raakte betrokken bij KindvanAuti (www.kindvanauti.nl) en heb ik vele levensverhalen van lotgenoten gehoord. Het heeft me geholpen om te begrijpen waarom in mijn jeugd dingen gingen zoals ze gingen en ook hoe diep me dat beïnvloed heeft. Heel veel dingen waarvan ik vroeger dacht “zo ben ik nu eenmaal” blijken veroorzaakt door die ongewone jeugd. En van de belemmeringen die die jeugd me heeft opgeleverd kan ik me dus bevrijden. Een lange weg is het wel: na 50 jaar heb ik nog steeds een stuk te gaan, al worden de ups en downs steeds milder en sta ik geleidelijk meer ontspannen in de wereld. Of ik er heel de rest van mijn leven voor nodig zal hebben doet er in feite niet toe. Van ieder stapje vooruit profiteer ik immers nu al.

Vorig jaar ging ik door meerdere fysieke crises (o.a. een gebroken rug) en ging beseffen dat het inleveren dat hoort bij ouder worden, was begonnen. Ik heb besloten daar dan ook naar te handelen: ik ben kleiner en leeftijdsbestendig gaan wonen en ben bezig om me te ontdoen van veel onnodige ballast van het verleden (in alle opzichten). Ik wil  minder vaste verplichtingen, meer tijd hebben voor mijn kleinkinderen en misschien ook wat meer gaan doen op creatief gebied.

Kortom: door te luisteren naar mijn lijf begin ik nu aan de “toegift van het leven”,  – zo voelt het althans.

Mijn innerlijk leven en mijn leven in de buitenwereld worden steeds meer een geheel en dat leeft een stuk prettiger.